Loek Groenteman kreeg als tienjarige Joodse jongen een onderduikplek in Echten. Bij Siemen en Hielkje Visser voelde hij zich gelukkig. Jaren later bedankte hij hen met een standbeeld. 'Het kind is er nog' is een monument geworden voor alle ouders die in de oorlog een Joods kind opnamen. Loek is in 2016 overleden. Maar voor zijn dochter Elise Groenteman is het kind Loek heel dichtbij.

In het boek 'As in faas mei blommen' (2000), over de geschiedenis van Oosterzee, staat op pagina 343 een advertentie uit 1945: 'Langs dezen weg betuigen wij onzen hartelijken dank aan alle illegale medewerkers in het District Friesland en speciaal de fam. Kuipers te Oosterzee en fam. Siemen Visser te Middenvaart Echten, voor de gastvrijheid verleend aan onzen zoon Loekie Groenteman, gedurende zijn 2 jaar onderduiken. Zijn dankbare ouders Joop en Stella Groenteman.'

Loek Groenteman is in augustus 2002 in Oosterzee op de begrafenis van Cees Bangma, de boerenknecht die hem zo geholpen had in zijn eerste maanden als onderduikkind. Voor het eerst krijgt hij de tekst van zijn ouders onder ogen. Hij heeft in zijn drukke baan als directeur van een groot confectiebedrijf zijn oorlogsgeschiedenis altijd kunnen verdringen en verzwijgen. Nu hij met pensioen is en op deze dag teruggaat naar de dorpjes aan het Tsjûkemar, komen de herinneringen boven.

Onthulling beeld in 2009, links Loek Groenteman - Foto: Popke Popma

Loek ontmoet Popke Popma, een van de schrijvers van het boek over Oosterzee. Hij vertelt hem zijn levensverhaal en besluit iets terug te doen voor de mensen hier. "Als dank dat ze ons door de oorlog hebben geholpen." Er worden plannen gesmeed voor een monument. In april 2009 wordt het kunstwerk aan de Middenvaart onthuld. Een vrouw, fier rechtop, haar arm beschermend om het kind, dat zich aan haar vasthoudt en gluurt vanachter haar rok. Het is een ontroerend en tegelijk standvastig beeld. De titel: 'Het kind is er nog' is een verwijzing naar de Joodse school in Leeuwarden. Daarop staat 'Het kind is er niet meer'. Van alle kinderen van deze school is niemand na de oorlog teruggekomen.

Loek Groenteman, 2009 - Foto: Evert Elzinga

Op een zonnige aprildag in 2020 ontmoeten Elise Groenteman en Popke Popma elkaar bij het beeld in Echten. Ze kennen elkaar al jaren. Elise's vader Loek is vier jaar geleden overleden. Het beeld 'Het kind is er nog' betekent veel voor haar. "Ik denk aan de mensen die kinderen bij zich hebben laten onderduiken. Aan de risico's die zij namen. Aan de bescherming die mijn vader kreeg, die hij ons, zijn zoon en dochter, ook gaf. Hij wilde zijn kinderen behoeden voor alles. Mijn vader zei altijd: 'Ik heb geluk gehad.' Ook dat hij op zo'n mooie plek terecht is gekomen."

Popke Popma: "Er waren hier veel Joodse onderduikers. Ze noemden het hier 'het Jeruzalem van het noorden'. Het waren hier allemaal kleine paadjes bij het water langs. Daar konden de Duitse auto's en motoren met zijspan niet komen."

Elise Groenteman en Popke Popma - Foto: Gerko Jonker

Amsterdam

Op 8 januari 1933 wordt Loek als Levi Groenteman geboren in Amsterdam. Samen met zijn jongere broertje Max en hun ouders woont hij aan de Sint Antoniesbreestraat. Vader Joop is bloemenventer en moeder Stella werkt in een confectieatelier. Levi beseft pas dat hij Joods is zodra hij een bioscoop niet in mag en een ster moet dragen. In 1942 komt de oproep voor het werkkamp.

De Groentemans duiken onder. Beide zonen komen op verschillende adressen terecht. Levi wordt 'Loekie van Kampen'. De negenjarige Loek is volgens Popma "sa dwars as wat" en moet steeds verkassen. Een spontaan bezoek van Loek op het onderduikadres van zijn broertje geeft de doorslag. Het risico op verraad is te groot geworden. Door een verpleegster wordt Loek met de Lemmerboot 'Jan Nieveen' naar Friesland gebracht. Zoals Popma het verwoordt: "Een flink eind weg."

Loek (r) met zijn broertje Max - Foto: Familiefoto

Cees Bangma

Hij komt terecht op de boerderij van Wiebren en Tjesje Kuipers in Oosterzee. Maar daar heeft hij het niet naar zijn zin. Uit zijn levensverhaal: "Ze dwongen mij hun geloof over te nemen en Fries te praten." Gelukkig is arbeider Cees Bangma er ook. Loek kan met alles bij hem terecht. "Door zijn steun was het dragelijk." Popke Popma: "Cees Bangma begreep hem en ving hem op. Met elkaar de dieren in de stal voeren, melken, het land in. En dan op twee dikke Belgische paarden weer terug."

Cees Bangma - Foto: Familiefoto

Met een psalmboekje, de bijbel en twee delen van Het nieuwe boek voor de jeugd leert Loek lezen en schrijven. Hij gaat maar een paar weken naar school. Daar is ook een Joods meisje, Elli Katz. Op een dag wordt Loek weggehaald bij de familie Kuipers. Een verrader die door het verzet is doodgeschoten, N.S.B.-politieman Sikke Wolters, had papieren bij zich waarin stond dat er in Oosterzee twee Joodse kinderen op school zaten. In juni 1944 gaat Loek naar de familie Visser in Echten.

Cees Bangma met vrouw in het land - Foto: Familiefoto

Loek voelt zich er meteen gelukkig. "Ik noemde Siemen en Hielkje oom en tante." Hij heeft een vrij leven, gaat het land in, doet klusjes in de tuin, mag met Siemen mee naar de melkfabriek. Nu leert hij het Fries snel.