In de serie De terugkeer van de Joodse kinderen deze keer het verhaal van de Joodse Ruth de Jonge. Ze duikt in de oorlog onder bij verzetsman Krijn van der Helm.
Ruth besluit Van der Helm mee te helpen. Ruth overleeft de oorlog en is nu 99 jaar. Haar familie weet nog maar sinds kort van het verzetswerk van Ruth. In een kistje met familiedocumenten heeft haar nicht Friedi foto's en papieren uit de oorlog teruggevonden.
Ruth de Jonge woont nu in de buurt van New York. In 1953 is ze geëmigreerd naar Amerika. Nooit heeft ze haar kinderen en de rest van de familie verteld over wat ze in de oorlog heeft meegemaakt. Nadat haar familie onderdook, bleef zij bij het gezin van verzetsman Krijn van Helm. Ze besloot hem mee te helpen in het verzetswerk. Toen Krijn van der Helm in 1944 werd doodgeschoten, was Ruth getuige.
Verslaggever Karen Bies is bij Friedi de Jonge, een nicht van Ruth:
Niet achterom kijken
In 1946 trouwt Ruth met Max van Dam. Ze krijgen een dochter (Rachel) en een zoon (Jacques). Van de Joodse familie Van Dam hebben de meesten de oorlog niet overleefd en het echtpaar besluit in 1953 te emigreren naar Amerika. In haar nieuwe leven praat Ruth nooit over de oorlog en over wat ze heeft gedaan in het verzet. Net als veel Joodse mensen dachten Ruth en Max liever niet aan de verschrikkelijke gebeurtenissen terug: men wilde vooruit.
Zaailand
De familie De Jonge komt oorspronkelijk uit het Duitse Weener, net over de grens. Jakob de Jonge heeft daar een machinehandel. Omdat het in de jaren dertig steeds lastiger wordt voor Joodse ondernemers, stuurt hij zijn zoon Heini naar Nederland. Die begint aan het Zaailand in Leeuwarden een machinefabriek: 'H. de Jonge - Huis der Techniek'.
In 1938 komt de hele familie over naar Leeuwarden. Tot er in 1942 in oproep komt van de Duitse bezetter dat het Joodse gezin zich moet melden voor transport naar kamp Westerbork. Jakob de Jonge besluit dat ze moeten onderduiken.
Kosten
De familie zoekt een onderduikplek en neemt contact op met Krijn van der Helm, belastingambtenaar. Hij is ook lid van de KP (Knokploeg) en helpt de familie De Jonge aan een onderduikadres in Heerenveen. Daar moet wel voor betaald worden. In een van de documenten uit het kistje van Friedi de Jonge staat een overzicht van de onderduikkosten. Na de oorlog moet de familie De Jonge ruim 35.000 gulden betalen aan de familie in Heerenveen die hen onderdak heeft geboden.
Onderduiken
Dochter Ruth is 22 jaar. Ze gaat niet met haar familie mee, maar duikt onder bij Krijn en zijn vrouw Jopie. Het gezin telt verder nog de baby Krijn en en het kleine Joodse meisje Donsje. Ruth helpt Krijn met het onderbrengen van Joodse kinderen die naar Fryslân worden gesmokkeld. Er moet een administratie komen, omdat die kinderen later ook weer worden teruggevonden en moeten worden teruggebracht. Ruth verzorgt die administratie. Ze brengt voedselbonnen bij de pleeggezinnen. Verder doet ze zich voor als verpleegster en helpt ze de KP door in de gaten te houden waar de Duitsers zich ophouden.
Kistje
Friedi de Jonge en Robert Verhoeven wonen in Amstelveen. Friedi is Joods, haar man is belastingadviseur en had een praktijk met veel Joodse klanten. Friedi: "Dit kistje heb ik geërfd van mijn moeder. Zij overleed in 2004. We hadden geen idee wat er in zat. Pas vorig jaar, toen er steeds meer aandacht kwam voor de oorlog en de Joodse kinderen, hebben wij het opengemaakt en serieus doorgespit. Nu weten we wat onze familie heeft meegemaakt. En we begrijpen nu welke rol tante Ruth heeft gespeeld in het verzet."
De dood van Krijn van der Helm
In augustus 1944 is Krijn van der Helm in Amersfoort bij zijn schoonouders, met zijn vrouw Jopie en hun zoon Krijntje. Ruth de Jonge en het Joodse meisje Donsje zijn er ook. Verzetsvrouw Esmee van Eeghen zit in de gevangenis en schrijft Van der Helm een brief. De brief wordt gevolgd door een verrader. Op het moment dat er bij het huis in Amersfoort wordt aangebeld en Van der Helm de deur opendoet, wordt hij doodgeschoten. Ruth staat erbij, ze zegt dat ze het dienstmeisje is en ze ruimt het bloed op.
Eerbetoon
Friedi de Jonge en Robert Verhoeven willen graag dat er een eerbetoon of onderscheiding komt voor tante Ruth, nu ze nog leeft. Ook een financiële erkenning zou mooi zijn, zegt de familie. Misschien zijn daar mogelijkheden voor mensen die iets bijzonders hebben gedaan in de oorlogstijd. Dat geld zou dan gaan naar de zorg voor Ruth. Zij kan niet meer zelfstandig wonen. In Amerika is thuiszorg amper te betalen. Ruths dochter Rachel is al tien jaar lang dag en nacht mantelzorger voor haar moeder.
Friedi en Robert hebben contact gehad met de gemeente Leeuwarden. De gemeente heeft beloofd dat er wordt nagedacht over een passend eerbetoon.