In 2017 kregen Siebe en Ruurdje Bruning postuum de Yad Vashem onderscheiding voor het goede werk dat ze in de oorlog deden. 

Siebe Bruining en zijn vrouw Ruurdje woonden in de jaren '40 in Akkerwoude. Hier werd het echtpaar gevraagd om plaats te bieden aan enkele onderduikers. Ondanks dat het tweetal dit eigenlijk niet zag zitten, gaven ze toe. Naast het echtpaar zelf, en de mannen die de onderduikers bij hen hadden gebracht, wist niemand van de geheime bezoekers. Zelfs de broer van Bruning wist van niets. 

Het echtpaar en de onderduikers werden verraden door de man die het onderduikadres had geregeld. Frans Vergonet, de man die het echtpaar en hun bezoekers had verraden, werd later door het verzet geliquideerd. 

In de cel

De onderduikers van de familie Bruning werden opgepakt en overgebracht naar kamp Westerbork. Bruning belandde in de gevangenis in Leeuwarden. Hij deelde daar een cel met twee anderen. Deze personen vroegen Bruning het hemd van het lijf, maar hij vertrouwde ze niet en vertelde hen niets over het verzet in Akkerwoude en omgeving. 

Uiteindelijk kwam Bruning vrij doordat een van zijn dochters een commandant kende. Deze kocht ze om met drank en koffie. 

In 1944 kwam Bruning om het leven, toen er in Akkerwoude een razzia plaatsvond. De Duitsers riepen hem toe dat hij moest afstappen, maar waarschijnlijk hoorde hij dat niet. Bruning was een beetje doof waardoor het bevel waarschijnlijk niet door hem was gehoord. Toen hij niet afstapte, werd hij doodgeschoten.

 

Yad Vashem

Kleinzoon Simon Wiersma heeft er jaren later voor gezorgd dat Siebe en zijn vrouw postuum een Yad Vashem-onderscheiding hebben gekregen. In 2017 is de onderscheiding voor hulp aan Joden uitgereikt aan Wiersma. 

Om dat voor elkaar te krijgen heeft hij via verschillende archieven veel informatie opgezocht over zijn opa. De Friese journalist en nazi-jager Jack Kooistra was één van zijn bronnen. Kooistra was er ook bij aanwezig toen de Yad Vashem-onderscheiding werd uitgereikt.