Als je de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam binnenloopt, valt je oog direct op de muur met 104.000 namen. De muur symboliseert het aandenken aan de Nederlandse Joden, die door de nazi's zijn vermoord.
In de schouwburg werden 46.000 Joden verzameld, om vanuit daar naar concentratiekampen te worden afgevoerd. Hun kinderen werden opgevangen in de crèche tegenover de schouwburg. Een deel van hen kon vluchten en 210 van deze kinderen kregen een onderduikplek in Fryslân.
Een systeem om de kinderen te redden
De Hollandsche Schouwburg is nu tot museum omgebouwd. Wat is overgebleven, is een tot monument getransformeerde ruïne. Rijen met banken en aan het eind een pilaar. Toen er in de oorlog nog een dak op de schouwburg zat, stonden daar achthonderd stoelen. Toen de schouwburg als verzamelplaats voor opgepakte Joden werd gebruikt, kwam het regelmatig voor dat er veel meer mensen in de schouwburg waren. Zelfs een keer 1.600, valt terug te lezen in een factuur.
Walter Süskind, het hoofd van de Joodse Raad, en Henriëtte Pimentel, die de leiding had over de crèche, zetten samen een systeem op om de kinderen weg te krijgen. Drie jonge Joodse kinderverzorgers waren aangewezen om in de schouwburg de ouders van de ondergebrachte kinderen op te sporen en toestemming te vragen.
De vraag die ze moesten stellen was hard: wil je je kind laten vluchten en een kans geven op vrijheid? "Een bijna onmogelijke vraag voor velen", zegt Annemiek Gringold, conservator van Sjoa/Hollandsche Schouwburg. "Dan beslis je dat je je kind gaat afstaan, aan een wildvreemde. Zonder afscheid te nemen en zonder te weten of je ze ooit gaat terugzien. Veel mensen deden dat dan ook niet."
Over de ligusterheg
Eigenlijk was de crèche niets anders dan een gevangenis voor de kinderen. Ze konden geen kant op. Maar er was een mogelijkheid om via de tuin te ontsnappen. De tuin grensde aan het binnenplein van de voormalig Hervormde Kweekschool. Gringold: "Als de ouders toestemming hadden gegeven, werd het kind over de ligusterhaag getild. De conciërge keek door het ruit van de zijingang of de trams er stonden en als de kust veilig was, liep het kind aan de hand van een wildvreemde de deur uit."
Dat kon een paar keer per dag. Als de beide trams van lijn 14 bij de halte voor de deur stonden, hadden de bewakers voor de Hollandsche Schouwburg geen uitzicht op de crèche. De situatie is nu, anno 2019, nog altijd zoals in 1942 en 1943. Ook nu staan op sommige momenten beide trams tegelijk stil en ook dan zie je niet meer wat er aan de andere kant van de straat gebeurt.
Het is precies zo'n moment dat het verzet nodig had om de kinderen uit de crèche mee te nemen naar de vrijheid.
'Het verschil tussen leven en dood'
Annemiek Gringold is aangedaan als ze de vraag krijgt wat het plein achter de school voor haar betekent: "Ze mochten geen Joodse kinderen meer zijn. Ze mochten wel leven, maar moesten met een nieuwe identiteit verder. De kinderen die achterbleven, waren Joods kinderen, die uiteindelijk zijn gedeporteerd en vermoord. Deze plek is het verschil tussen leven en dood."
Naar schatting zijn er ongeveer zeshonderd kinderen op deze manier gered. De redding werd gedaan door vier verzetsgroepen: de NV, het Utrechts Kinder Comité, de Trouw-groep en de Amsterdamse Studentengroep onder leiding van Piet Meerburg. Die laatste groep bracht de kinderen naar Fryslân.
De meesten vertrokken per schip over het IJsselmeer richting Lemmer. Om daar onder een andere naam op het Friese platteland te verdwijnen.
Initiatiefnemer Gerard van der Veer wil begin mei 2020 de Joodse kinderen samenbrengen in Fryslân. Als ze nog leven, zullen ze tussen de 77 en 90 jaar oud zijn. Van der Veer roept de hulp in van de Friezen. Bij Omrop Fryslân verschijnen de komende maanden reportages en in de bijlages van de Leeuwarder Courant en het Friesch Dagblad worden de verhalen beschreven. Op de website www.joodsekinderen.nl worden alle verhalen gebundeld.
Het project 'De terugkeer van de Joodse kinderen' is een samenwerking tussen Stichting de Verhalen, Omrop Fryslân, Leeuwarder Courant en Friesch Dagblad. De kernredactie bestaat uit Karen Bies, Marja Boonstra, Martijn van Dijk, Wybe Fraanje en Gerard van der Veer.