De Duitse bezetter is vanaf mei 1940 in Fryslân. Dat wordt steeds zichtbaarder. Soldaten marcheren door de straten, allerhande voorwerpen en dieren worden gevorderd en politieke partijen worden verboden. Voor de Friezen betekent het aanpassing. Elke zaterdag en zondag tussen 7 maart en 5 april zijn er bij Omrop Fryslân beeldverhalen te lezen over de Tweede Wereldoorlog, in het kader van het project De Tweede Wereldoorlog in 100 foto's
Pier Nobach is gearresteerd door Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten van Smallingerland - Foto: Tresoar (Fries Fotoarchief)
Hij kijkt verbitterd in de camera, Pier Nobach (1882-1965). Zijn handen zijn vastgebonden, om zijn schouder hangt het NSB-logo. Nobach woont net over de grens in Doezum en is NSB'er. Hij is berucht in het Fries-Gronings grensgebied. Rillingen lopen mensen over de rug als ze zijn naam horen.
Duivel van het Westerkwartier
Nobachs vrouw is Duits en zijn zwager is Ortskommandant. Zelf is hij informant voor de Sicherheitsdienst (SD). Hij warmt zich aan de macht om hem heen. Als Nobach vindt dat iemand naar Duitsland moet, dan wordt dat geregeld. Hij staat in oostelijk Fryslân bekend als 'de duivel van het Westerkwartier.'
Vergeling voor de dood
In 1943 probeert het verzet Nobach uit te schakelen. Daarbij komt zijn zoon om het leven. Nobach is in alle staten en meent dat het verzet van Surhuisterveen verantwoordelijk is voor de dood van zijn zoon. Als vergelding laat hij twee mannen executeren. Later volgt een razzia: 38 mensen worden naar Kamp Vught gebracht, twee mannen komen om.
Op 15 april 1945 arresteert de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten Nobach in de Surhuizumer Mieden. Hij wordt veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Toch is Nobach al na een paar maanden op vrije voeten, vanwege zijn slechte toestand. Hij sterft in 1965 in Zaltbommen.
De Rijksarchivaris tussen de gevorderde Friese kerkklokken - Foto: Tresoar (Fries Fotoarchief)
Hij kijkt wat bedremmeld naar de kerkklokken, die in 1943 gevorderd zijn. Alexander Lodewijk Heerma van Voss (1894-1948) is Rijksarchivaris. Na de bevrijding schrijft hij: "Einde 1942 dreigden de Duitschers ook naar de Nederlandsche klokken hun begeerige klauwen te zullen uitslaan. Vrijwel alle klokken van na 1800 zijn naar Duitschland afgevoerd." Antieke klokken zijn omgesmolten voor wapentuig. Het lukt Heerma van Voss klokken op te sporen na de oorlog. Desondanks, zo schrijft de Rijksarchivaris, heeft hij het idee 'dat ons gewest hier een zeer groot cultureel verlies geleden heeft.'
Een parade van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD) op het Zaailand - Foto: Fotograaf: G. H. van Kampen (Historisch Centrum Leeuwarden)
Op het Zaailand (Wilhelminaplein) in Leeuwarden is in 1943 een manifestatie van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD). De NAD-afdelingen zingen het Friese volkslied en de Duitse vlag wordt gehesen op het Wilhelminaplein, dat in de oorlog Het Plein heet. Iedere verwijzing naar de Koningin wordt vermeden.
"Den indruk van een dwang"
Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart (1892-1946) spreekt Leeuwarden toe: "Zoolang een van u den arbeidsdienst gevoelt als dwang, heeft hij de beteekenis van den arbeidsdienst nog in het geheel niet begrepen." Nee, sa sei er, sy wiene byinoar 'voor de verwezenlijking van een gedachte.'
De toespraak zegt veel over zijn ideeën over de 'superioriteit' van sommige bevolkingsgroepen: "Ik heb dan ook heden voor u slechts één wensch, dat gij openhartige, opgewekte mannen zijt, bereid zich in te zetten, die zich vooral bewust worden van hun volksche en rasverantwoordelijkheid in het volk en in den grooteren kring der Germaansche volken."
De Tiger-radarstelling bij West-Terschelling - Foto: Fotograaf: J.D. de Jong (Fotoarchief Leeuwarder Courant)
Bunkers en radars
Deze foto toont de Tiger-radarstelling bij West-Terschelling. Die radars zijn belangrijk om geallieerde bommenwerpers te spotten. Op de foto is de meer dan 40 meter hoge Wassermann-radarantenne te zien. De Waddeneilanden zijn een belangrijke schakel in de Atlantikwall, de Duitse verdedigingslinie met bunkers, afweergeschut en radars. Als er een luchtaanval van de geallieerden komt, wordt het vliegveld van Leeuwarden ingelicht om met vliegtuigen de aanval af te slaan.
Duitse militairen in Dokkum, mei 1940 - Foto: Vereniging Friesland 1940-1945 (Tresoar, Fries Fotoarchief)
De Duitse inval in Nederland begon op 10 mei 1940. Een dag later stapt het Duitse leger over de Groninger Straatweg naar de Afsluitdijk. 's Middags rijdt het eerste gevechtsvoertuig via Damwâld naar Dokkum. Op de foto zijn Duitse militairen in de Hoogstraat in Dokkum te zien, die omringd worden door kinderen.
In 1944 missen Engelse bommen hun doel en komen op Leeuwarden terecht - Foto: Fries Verzetsmuseum
Leeuwarden is in vergelijking met andere steden de oorlog nog redelijk ongeschonden doorgekomen. Toch zijn er naast aanslagen op het vliegveld en het spoor, ook bommen op de stad zelf gevallen: op het Panwerk, de Julianastraat en op de Wijbrand de Geeststraat. Op 22 maart 1944 vallen Engelse bommenwerpers vliegveld De Fliegerhorst aan, maar meerdere bommen missen het doel.
"Men zegt, dat er zes doden zijn"
Adri Meindersma (1928-1993) van de Schrans schrijft in zijn dagboek: "Hedenmorgen was het al bekend: bommen op de Wijbrand de Geeststraat. Naast de Ambachtsschool waren ook nog vier huizen puin. De Luchtbeschermingsdienst, de Arbeidsdienst en de jongens van de Ambachtsschool hielpen mee met de opruimingswerkzaamheden. Men zegt, dat er zes doden zijn."