Venlo, had in de laatste maanden van 1944 en de eerste van 1945 zwaar te lijden onder bombardementen en beschietingen. De stad werd daarom op last van de Duitse bezetter geëvacueerd. Wat volgde was een barre tocht, naar het (in Duitse ogen) veilige Fryslân.

Dit is een artikel van de NOS. Op een speciale themawebsite brengen zij nieuwsberichten zoals die 75 jaar geleden zijn gebeurd. De artikelen zijn geschreven als werden ze nu gepubliceerd.  

Voor de inwoners van Venlo was dit na alle ontberingen een zware psychologische klap. De meesten wilden blijven, maar de Duitsers dreigden met harde hand in te grijpen als ze niet vertrokken.

De 15-jarige Miek Hoofd is een van de evacués samen met haar ouders, broertjes en zusjes. Het gezin moest eerst tien kilometer lopen door een dikke laag sneeuw naar Kaldenkirchen, net over de grens in Duitsland. Daar stond de trein voor de evacués klaar, die hen naar het noorden van Nederland zou brengen.

Po en bijl

Onder de mannen heerste destijds de angst dat ze onderweg door de Duitsers meegenomen zouden worden voor de Arbeitseinsatz. Ook al hadden de Duitse instanties de burgemeester van Venlo verzekerd dat dat niet zou gebeuren.

In totaal ruim 1600 evacués moesten midden in de winter in overvolle, onverwarmde veewagons vervoerd worden. De exacte bestemming was onbekend, geruchten circuleerden dat de trein misschien toch naar Polen ging. Dat leek niet onwaarschijnlijk, want de trein reed noordoostwaarts steeds dieper Duitsland in, tot ver voorbij Münster.

"Mijn neef Herman had gezorgd voor een po en en bijl", vertelde Miek. Herman was in november van 1944 al op transport gesteld voor de Arbeitseinsatz (maar hij had weten te ontsnappen) en wist wat een transport betekende in de vrieskou. "De po was constant in gebruik. Was hij vol, dan werd de inhoud zo goed mogelijk door een spleet bij de schuifdeur weggegoten. Daar bevroor alles snel en dan kwam de bijl van pas."

'Luguber'

De bijl deed ook dienst als de evacués vanwege het luchtalarm de trein snel moesten verlaten. "De schuilkelders waarin we dan terechtkwamen waren luguber, meestal diep onder de grond en nauwelijks verlicht."

"Als bij het sein 'veilig' de nachtmerrie van vallende bommen en doodsbange mensen voorbij was, voelde het bijna als een opluchting om weer in de steenkoude wagons te klimmen, op weg naar een nog altijd onzekere bestemming."

Behalve wat droog brood en gedroogde appeltjes die Miek en haar familie in hun zakken hadden gestopt, was er onderweg niets te eten. Een ander probleem waren de baby's, die in de snijdende kou niet verschoond konden worden.

 We zongen twee- en meerstemmig en uit volle borst, meestampend met het ritme om warm te blijven. 

Miek Hoofd

 

Daar bood de Duitse machinist uitkomst. Telkens als de trein stopte, en dat gebeurde vaak, mochten de moeders om beurten naar zijn verwarmde compartiment achter de locomotief komen, om hun drijfnatte baby's te verzorgen.

"Ook mijn moeder en mijn broertje Louis, van pas enkele maanden oud, mochten een paar keer naar deze warme en droge plek komen. Mijn vader en oom droegen dan het reiswiegje waarin de baby lag over de met ijs bedekte perrons."

Om de kou, de honger en de dreiging dragelijk te maken, zongen de kinderen liedjes onderweg, begeleid door een van de oudere jongens die een gitaar had meegenomen. "We zongen Nederlandse en Venlose liedjes, en Duitse schlagers natuurlijk. We zongen twee- en meerstemmig en uit volle borst, vaak meestampend met het ritme om voeten en lijf warm te houden. Limburgers, Venlonaren, hebben immers muziek en ritme in hun bloed!"

Bolsward

Voorbij Münster reed de trein eindelijk weer westwaarts richting Nederland, tot opluchting van de evacués. Via Oldenzaal en Zwolle kwamen ze na twee lange reisdagen eindelijk aan op het station van Leeuwarden. Daar werden ze ontvangen door een comité met lijsten van adressen waar de evacués ondergebracht konden worden.

De acht leden van het gezin van Miek werden verdeeld over vier families in Bolsward. Miek werd als enige uit het gezin ondergebracht bij een ambtenarengezin met drie kinderen.